Trouw – Eveline Brandt − 31/12/07
Hoe doe je dat eigenlijk, gelukkig worden? In een serie artikelen wijzen deskundigen ons de weg. Vandaag deel 12 en slot: Gelukkig het nieuwe jaar in.
’Als ik in één woord moet zeggen waar het boeddhisme op neerkomt”, zei boeddhist Varamitra in ons gesprek voor deze interviewserie, ,,dan is het dit: Boeddhisme gaat over de ander.”
Dit zou ook een mooie slotsom kunnen zijn van de zoektocht naar geluk die de afgelopen maanden op deze pagina’s plaatsvond. De elf deskundigen die hier aan het woord kwamen over hun geluksopvattingen zeiden bijna allemaal op hun eigen wijze en in hun eigen woorden: Geluk gaat over de ander.
Het gaat om verbondenheid, zegt familietherapeut Else-Marie van den Eerenbeemt. Je moet géven, stelt zij: aan je vader, je broer, je schoonmoeder. Daardoor zul je ook ontvangen, maar zelfs als je niets terugkrijgt ben je nog altijd betekenis aan het geven. Dat gaat ook op in de liefde, aldus relatietherapeut en seksuoloog Vera Steenhart. Zij raadt aan om vaak en vooral belangeloos dingen te doen voor je geliefde: ,,Probeer elkaar zaken uit handen te nemen en je te verplaatsen in je partner – zonder iets terug te verwachten.”
’Betrokkenheid’ is het woord dat gedragstherapeut Fredrike Bannink gebruikt. Zij zegt: ,,Verbondenheid met andere mensen – daar kun je zelf aan werken en dat draagt bij aan je geluk.” Vriendelijk zijn, wat ook een sleutelwoord is in het boeddhisme, hoort hier bij. Behulpzaam en vriendelijk zijn voor anderen, zegt de Amerikaanse hoogleraar psychologie Sonja Lyubomirsky, brengt ’een cascade aan positieve gevolgen’ met zich mee. ,,Het versterkt je band met anderen; zij zullen zich dankbaar tonen en er later ook voor jou zijn.”
Goedbeschouwd zetten de gelukskenners hiermee een dikke streep door het individualisme. Dat is wel een inspirerende boodschap voor een nieuw jaar. Maar ook als we het nog puur individualistisch bekijken, is gerichtheid op ’de ander’ belangrijk. Daar worden we namelijk zélf ook gelukkiger van, blijkt onder meer uit onderzoek van Lyubomirsky.
Al dat losmaken en individualiseren van de afgelopen decennia – filosoof Joep Dohmen heeft er moeite mee omdat ’autonomie’ veel te beperkt wordt opgevat: als niet-inmenging. Daardoor hebben mensen het idee dat ze onafhankelijk en sterk moeten zijn, dat ze het zélf moeten doen, los van anderen. Die valse vrijheid die ons wordt toegeschreven, maakt ons eigenlijk ongelukkig, redeneert hij, want mensen zijn juist heel afhankelijke wezens. Ook Dohmen vindt dat we meer voor elkaar moeten doen, meer moeten erkennen dat we elkaar hard nodig hebben.
Exit individualisme. En zo zal ook materialisme – we wisten het stiekem al wel – ons niet gelukkig maken, stellen ongeveer alle geïnterviewden. Loopbaancoach Annejos Wafelbakker ziet het bij een van haar cliënten die na een artsenopleiding van elf jaar serieus overweegt om fotograaf te worden. Een prachtig salaris en dito carrièreperspectief maar toch, zegt Wafelbakker, genoeg redenen om ongeveer driekwart van dit salaris vrijwillig in te leveren. ,,Ze is moe, haar lichaam roept stop; ze wil haar droom verwezenlijken en gaan fotograferen.”
[DDET Meer]
Sonja Lyubomirsky citeert in haar boek veel onderzoek waaruit blijkt dat mensen die doelen buiten zichzelf najagen – macht, geld, schoonheid – gemiddeld mínder gelukkig zijn. En econoom Henriëtte Prast ziet het ook op macroniveau: ,,In de afgelopen decennia zijn wij als westerse samenleving veel rijker geworden”, zegt zij. ,,Maar we zijn niet heel veel gelukkiger worden. Een gigantische welvaartsstijging gaat gepaard met maar een klein beetje geluksstijging.”
Wie een beetje gelukkiger wil worden, zal zich kortom meer op ’de ander’ moeten richten. Dit begint echter bij jezélf – al moeten we nu oppassen dat we niet in tuttige tegeltjeswijsheden vervallen (’Verbeter de wereld en…’). Maar zorgen voor jezelf is onontkoombaar, wil je iets voor een ander kunnen betekenen. Word je gekweld door depressies, neuroses of angsten, dan zul je daar eerst iets mee moeten. Als je gelukkiger wilt worden, althans.
Dat kan op vele manieren, waarvan er een aantal langskwam in deze serie: met cognitieve gedragstherapie, antidepressiva, hardlopen, een loopbaanswitch. Er zijn ook talloze ’geluksstrategieën’ genoemd, zoals je zegeningen tellen, jezelf niet vergelijken met anderen en geëngageerd werken aan je doelen.
Dit lijken echter nog altijd wat oppervlakkige ’trucs’ vergeleken bij het diepgaande zelfonderzoek dat volgens filosoof/humanist Joep Dohmen en boeddhist Varamitra nodig is. ,,Waarom schieten al die geluksgoeroes ons tegenwoordig te hulp? Omdat we op een onvolkomen manier met onszelf omgaan”, zegt Dohmen. Hij pleit voor ’zelfzorg’ waarbij je moet onderzoeken wat jíj belangrijk vindt, wat jouw waarden zijn. In zijn boek met de veelzeggende titel ’Tegen de onverschilligheid’ stelt hij dat mensen op zoek moeten gaan naar hun ware, authentieke zelf: ,,Word wie je bent.”
Dat is een intensief en moeilijk proces, dat in het boeddhisme onder meer wordt aangegaan door te mediteren. Dan kom je bij een diepere laag, zegt Varamitra, en daar begint het eigenlijke werk. ,,Veel mensen haken dan af, want het vraagt veel van je. Je moet je stoepje schoonvegen. Je illusies worden doorgeprikt.”
Door meditatie en zelfonderzoek komen je waarden in een helderder licht te staan, is het idee. En je waarden zijn de wegenkaart van je leven: ze wijzen je de weg. Je weet dan duidelijker wat jíj wilt in de liefde, in je werk; je leven kan dan meer vervullend zijn.
Bij de oude denker Aristoteles betekent gelukkig zijn ’gelukt zijn’. Door jezelf langzaam te ontwikkelen, kun je tot jouw eigen set van goede gewoontes komen. Die gewoontes leiden tot deugden, bijvoorbeeld vriendelijkheid, bescheidenheid, loyaliteit. Je bent volgens Aristoteles ’gelukt’ als je aan het eind van je leven kunt zeggen: Ik heb mezelf ontplooid.
Uit zijn opvatting blijkt al dat zelfzorg of zelfontplooiing allesbehalve egocentrisch is. Zelfonderzoek is veeleer een voorwaarde om vriendelijk voor ánderen te kunnen zijn, zo zegt de boeddhist. Zorg voor het ’zelf’ is ook zorg voor elkaar, zegt de humanist. Napratend over geluk zei Dohmen daarover nog: ,,Als ik mezelf in de hand krijg; als ik bijvoorbeeld ontdek dat ik helemaal niet beroemd hoef te worden, ben ik meteen een veel leukere vent voor anderen. Dan ben ik niet meer zo’n macho die op zijn strepen moet gaan staan. Door zelfzorg verandert er veel in de omgang tussen mensen.” [/DDET] De Persgroep Publishing. Alle rechten voorbehouden.